Mevrouw Sigrid Kaag, minister, en vicepremier, heeft nog veel meer in haar mars dan die hoge posities laten aanzien. Tenminste, als we haar mogen geloven.
Jammer, maar al langere tijd is veler standpunt dat dit juist niet mag, en dat ze integendeel meestal ongeloofwaardig is.
Het was destijds Gert Jan Segers die al observeerde van hoe grote hoogte zij neerkeek op onze mensenwereld. Die sterrenhoogte is haar kennelijk nog niet hoog genoeg.
Er was een kritische vraag vanuit de PVV over haar beleid inzake het sluiten van bankfilialen, en - hear hear - hoe zij zich verdedigde…
Zij dacht de kritiek tot zwijgen te brengen met een opsomming van een door haar zelf opgestelde lijst van in haar eigen ogen prijzenswaardig te achten eigen heldendaden, die haar – ja wat wilde ze daar eigenlijk mee? - die haar voorgoed boven alle kritiek zou moeten verheffen.
Het antwoord sloeg absoluut niet op de gestelde vraag. Het antwoord sloeg namelijk helemaal nergens op.
Zo zou Sigrid Kaag volgens eigen zeggen een keer op de grens hebben gestaan tussen Israël en Libanon, en met wijd uitgestrekte armen een oorlog tussen de twee landen hebben voorkomen.
Daarbij heeft ze dan waarschijnlijk gezongen wat je peutertjes toezingt: wie komt er in m’n huisje. Nou, niemand.
Maar de pose zou ze wel graag vastgelegd zien in brons – zo lijkt het.
Laten we haar een zandsculptuur gunnen; duurzaam tot het regent.