foto Wiki: Zesdaagse Oorlog - Israëlische officieren bij een vernietigd Arabisch vliegtuig
drs. Henk J. Ronner | redactielid
Nadat in 1967 de Zesdaagse Oorlog uitbreekt verovert Israël de Westelijke Jordaanoever op Jordanië. Sindsdien hoor je vaak over de ‘bezette gebieden’. Israël zou de illegale bezetter zijn van de Westelijke Jordaanoever of van Palestina. Maar waar is die bewering eigenlijk op gebaseerd? En wat is er van waar?
Begin 1967 is de situatie in en rond Israël gespannen. Alleen al in de eerste drie maanden worden er bijna 300 grensincidenten geregistreerd. Vanaf april van dit jaar komen de incidenten in een stroomversnelling terecht:
Op 5 juni besluit het in het nauw gedreven Israël om een preventieve luchtaanval uit te voeren op de Egyptische luchtmacht. Bijna de complete voorraad gevechtsvliegtuigen van Egypte wordt vernietigd. Koning Hoessein van Jordanië krijgt echter te horen dat driekwart van de Israëlische luchtmacht is uitgeschakeld. Daarop volgt een grootschalige aanval op de Israëlische steden Tel Aviv en West-Jeruzalem en op de internationale luchthaven van Israël. De oorlog is begonnen en duurt uiteindelijk zes dagen, tot 10 juni 1967.
Waar veel Westerse landen (inclusief Nederland) voor aanvang van de Zesdaagse Oorlog vreesden voor het einde van Israël, weet de Joodse staat tegen alle verwachtingen en verhoudingen in juist gebied te veroveren:
Geen enkele van deze veroveringen wordt als illegaal aangemerkt. Ook niet door de VN-Veiligheidsraad. De Sovjet-Unie waagt nog wel een poging om de aanval van Israël als een daad van agressie te bestempelen, maar artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties maakt duidelijk dat een soevereine staat het recht heeft op zelfverdediging. De bijna 300 grensincidenten in het eerste kwartaal van 1967, de afsluiting van de golf van Aqaba èn het mobiliseren van de Arabische legers gaven Israël het recht op zelfverdediging.
VN-resolutie 242 wordt er vaak bijgesleept om de Israëlische aanwezigheid op de Westelijke Jordaanoever te veroordelen en als illegaal te bestempelen. De strekking van de resolutie brengt echter wel de nodige nuanceringen met zich mee. De resolutie is een oproep tot Israëlische terugtrekking uit veroverde gebieden, zonder het lidwoord ‘de’ dus. Er wordt niet gesteld dat Israël zich uit alle veroverde gebieden moet terugtrekken, laat staan dat er gebieden bij naam worden genoemd. De oorspronkelijke opstellers van de resolutie maakten later duidelijk dat het woordje ‘de’ met opzet is weggelaten. Dit omdat de wapenstilstandslijn van 1967 geen officiële grensaanduiding was. Verder noemt de resolutie als voorwaarde voor een Israëlische terugtrekking dat de omliggende landen Israël zullen erkennen en als een soevereine staat gevrijwaard wordt van dreigementen of gewelddaden.
Al snel na de Zesdaagse Oorlog wordt duidelijk dat Israël bereid is om de Westelijke Jordaanoever in onderhandelingen terug te geven in ruil voor vrede met de Arabische landen. Israël annexeert het gebied dan ook niet, maar stelt er een militair bestuur in. Dit is in overeenstemming met de Haagse Conventie uit 1907. Oost-Jeruzalem wordt in 1967 wel door Israël geannexeerd, onder meer vanwege het feit dat het in de 19 jaar daarvoor onder Jordaans bestuur voor Joden onmogelijk was om te bidden bij de Klaagmuur – de heiligste plek in het Jodendom. Overigens spreekt de Haagse Conventie over de bezetting van het grondgebied van een soevereine staat. Daar was in het geval van de Israëlische verovering van de Westelijke Jordaanoever geen sprake van, omdat Jordanië het gebied zelf tussen 1948 en 1967 illegaal bezet hield. Jordanië heeft altijd geweigerd om met Israël te onderhandelen over de status van het gebied, en zag in 1988 uiteindelijk af van alle claims op de Westelijke Jordaanoever.
Naar aanleiding van de Zesdaagse Oorlog en de ontwikkelingen daarna kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Totdat er een definitief vredesakkoord is bereikt, lijkt de Balfour-Verklaring uit 1917 toonaangevend als het gaat om internationale rechtspraak over de Westelijke Jordaanoever. Deze verklaring, die in 1920 tijdens de Conferentie van San Remo werd bevestigd, stelt dat er in het gebied een Joods nationaal tehuis moet komen.
Voor meer juridische informatie met betrekking tot de 'bezetting' verwijzen we naar het artikel van prof. Wolfgang Bock en Andrew Tucker, gepubliceerd op thinc., de website van The Hague Initiative for International Cooperation.