Joods & christelijk platform
voor reflectie 
op de actualiteit

Een volk en de kerk

foto: PKN Horssen/ bew. OPINIE-pijler

 

rabbijn Shmuel Katz | hoofdredacteur & Trudie van der Spek - Begemann | eindredacteur

 

Israël is een volk:  als zodanig een verzameling afstammelingen van dezelfde aartsvaders, i.c. Abraham, Izak en Jakob. Het had vanaf het begin, in de tijd van Abraham, een klein stukje grond - dat door hem gekocht en betaald is - om zijn vrouw Sara daar te begraven. De kleinzoon Jakob kreeg de naam Israël in een bepaalde situatie, en hij bracht twaalf zonen voort en een dochter. Deze familie kwam via een hongersnood in Egypte terecht. Na een paar honderd jaar uitgebreid in menigte, wilden ze terug naar hun origine, naar de plek waar Abraham een stuk grond had gekocht. Dat werd een drama, want de toenmalige farao stond het niet toe: hij raakte daarmee zijn goedkope slaven kwijt, die hij als bouwvakkers gebruikte voor zijn megalomane plannen.

Eerder, toen de grote familiestam steeds vruchtbaarder leek te worden en zich zeer had uitgebreid, had hij geboden alle pasgeboren jongetjes in de Nijl te verdrinken, omdat hij bang geworden was dat ze in geval van oorlog zich tegen hem zouden keren. Eén van die jongetjes is toen gevonden en geadopteerd door zijn dochter en opgevoed aan het hof. De prinses heeft hem de naam Mozes gegeven: uit het water gehaald. Deze Mozes werd de leider van het volkje en de farao werd tot wanhoop gedreven door tien steeds erger wordende rampen, zodat uiteindelijk de uittocht uit Egypte met zijn toestemming plaats vond. Het werd een barre tocht van veertig jaar door de woestijn, maar onder Mozes’ opvolger Jehoshua/Jozua trokken ze uiteindelijk het beloofde land door de Jordaan heen binnen. De toenmalige bewoners zijn verdreven of gevlucht.

Het volk was ook één in religie: zij vereerden en geloofden de God van Abraham Izak en Jakob - en niet de goden van Egypte of van andere volken. Mozes en Jozua stelden zich onder Zijn leiding want deze God had destijds het land aan Abraham beloofd. De nakomelingen mochten er pas hun intrek nemen als de maat van het kwaad van de Kanaänieten vol was geworden. Zij hadden de gewoonte hun oudste zoon te offeren aan de Moloch. Zo’n 400 jaar na Abraham vond de intocht plaats. - Nu was er dus behalve eenzelfde afstamming, een taal, ook een wet (de Torah, Gods onderwijzing, door Mozes opgeschreven) en een land: het volk Israël was aangekomen in het land Israël. Het land is nooit in andere handen overgegaan, ook al waren er bezetters, en ook al is het volk in ballingschap geweest.

De kerk is geen volk:  geen zelfde afstamming, geen eigen taal, geen land, geen eigen wet. De kerk is wel een verzameling mensen, maar die hebben niet een zelfde afstamming, niet één taal en geen eigen land. Hun onderlinge band bestaat uit het feit dat zij volgeling zijn van een Joodse rabbi, met dezelfde naam als Jozua. En zij hebben een Boek, met daarin twee delen: het Oude en Nieuwe Testament, die samen hun kerkbijbel vormen. De Tenach (het 'Oude Testament') met daarin de Torah, maakt driekwart deel van hun kerkbijbel uit.

De verbinding tussen volk en kerk is dus qua structuur asymmetrisch te noemen, maar wel onmiskenbaar in de wereldgeschiedenis aanwijsbaar. Die verbinding is een historisch feit: de kerk is voortgekomen uit Israël, omdat haar Leidsman een Jood is. De verbinding berust ook in eenzelfde toekomstverwachting: de messias zal komen om in deze wereld Gods vrede en gerechtigheid te bestellen.

Het verschil bestaat in de vraag naar de messias. De kerk meent hem te kennen met de belijdenis van Petrus. Het volk niet. Dat ligt aan het feit dat de beloften gedaan t.a.v. de messias in Tenach/het Oude Testament voor het volk niet door Jezus in vervulling zijn gegaan. Daarnaast heeft het volk ernstige vragen t.a.v. de Davidische afstamming van Jezus, en het gedrag van de latere volgelingen van Jezus heeft ook niet in positieve zin bijgedragen aan de onderlinge verhoudingen. De verhouding tussen volk en kerk is dan ook niet geworden wat zelfs de psycholoog zou mogen verwachten: een hartelijke familieband… Het is zo erg geworden dat in november 2020 de PKN (de grootste protestantse kerk in Nederland) – historisch wel veel te laat - schuld heeft beleden over de kerkgeschiedenis en het kerkelijk verleden.

Het mag een Godswonder heten dat in de stichting van OPINIE-pijler een miniem klein beginsel van genezing van de relatie kan worden gezien. In het herstel van die verhouding kunnen we samen, volk en kerk, optrekken tegen de heidense chaos waarin ons land en de wereld dreigen terug te vallen.

 

 

Deel dit bericht:

cross