Awi Cohen | bestuurslid Likoed Nederland
Met ingang van 2020 stopte Nederland met de begrotingssteun aan de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA). De Tweede Kamer had in 2018 een motie aangenomen waarbij onze regering nog een jaar de tijd kreeg om de PNA te bewegen tot stopzetting van de perverse beloningen voor moord en terreur. Deze beloningen maken maar liefst 6% van de begroting uit en dat komt neer op bijna de helft van alle ‘ontwikkelingshulp’, bedoeld voor gezondheidszorg, onderwijs, armenzorg en nog andere doelen die de Palestijnse burgers ten goede zouden moeten komen.
De beloning is pervers, maar het systeem van belonen is ook structureel pervers: hoe meer Israëli’s per aanslag worden vermoord – hoe hoger de beloning. Dit loopt voor sommige “succesvolle” terroristen op tot een levenslang jaarsalaris, gelijk aan dat van een Palestijnse generaal.
Eigenlijk was voorspelbaar dat gesprekken hierover – ze hebben ongeveer twintig keer plaats gevonden – zinloos zouden zijn. Immers: terreur en terroristen vormen de trots van de Palestijnse Autoriteit, die leeft in de doodscultuur. Nog op 10 augustus 2019 verklaarde Mahmoud Abbas, in een filmpje op zijn facebook-pagina: “Wij zijn het er niet mee eens dat het westen onze martelaren beschouwt als terroristen. Wij zijn het er ook niet mee eens dat zij ook maar één cent van hun geld zouden moeten inleveren. Al het geld zal naar hen toe blijven gaan – omdat de martelaren, de gewonden en de gevangenen voor ons heiligen zijn.”
Ter gelegenheid van noodzakelijke bezuinigingen eerder dat jaar, heeft hij zelfs uitgesproken dat, als al het geld van de Palestijnse Autoriteit op zou zijn, de beloningen aan de terroristen nog steeds betaald zouden blijven worden. Voor zover nu bekend is Nederland na de VS en Israël nu het derde land dat geldelijke steun aan de Palestijnen inperkt vanwege hun strategie van de perverse beloningen.
Het was Likoed Nederland dat in mei 2011 voor het eerst met een persbericht de aandacht vestigde op deze Palestijnse praktijken, neerkomend op kopgeld voor het vermoorden van Joden. Dat leidde op 3 juli 2014 tot een kamerbrede motie die stopzetting eiste, maar een tijdslimiet werd toen niet genoemd. Onder de ministers van Buitenlandse Zaken, de ministers Timmermans en Koenders (PvdA) gingen de betalingen gewoon door… Pas vijf en een half jaar later, na het indienen van de motie in 2018 heeft zij resultaat.
Hoewel het effect van deze financiële inperking beperkt moet worden genoemd – Nederland financierde namelijk vooral specifieke doelen en projecten – heeft deze stap een duidelijke signaalfunctie: terreur mag niet lonen. Een volgende stap zou kunnen zijn dat Nederland net als Noorwegen het steunproject schoolboeken stop zet. In die schoolboeken wordt namelijk terreur, jihad en martelaarschap aangemoedigd, ook in het basisonderwijs.