Joods & christelijk platform
voor reflectie 
op de actualiteit

Ongekend en ongehoord onrecht: twee werelden

dr Naud van der Ven | ingekort artikel*

 

Onrecht in het vreemdelingenrecht is de titel van een recent verschenen boek, waarin vreemdelingenadvocaten signaleren dat nieuwkomers geregeld spijkerhard en onheus aangepakt worden door de overheid, belichaamd in de IND. In een artikel in het Nederlands Juristenblad waren onderzoekers van de Radboud Universiteit tot dezelfde conclusie gekomen: een overmatig wantrouwen tegenover kwetsbare vreemdelingen zit diep ingebakken in het Nederlandse ambtelijke apparaat, in laatste instantie gesanctioneerd door de Raad van State.

De titel van het boek allitereert met de titel Ongekend onrecht van het rapport over de Toeslagenaffaire. Met de aanbieding van hun boek aan de leden van de Tweede Kamer mikken de vreemdelingenadvocaten waarschijnlijk op hetzelfde soort effect als het rapport Ongekend onrecht teweegbracht. Maar ik betwijfel of het zo zal werken.

Ik denk zo maar dat dat niet zal gebeuren, en wel omdat er op juridisch vlak twee soms compleet losgezongen juridische universums naast elkaar bestaan. Daarmee doel ik op enerzijds de mensenrechtenjuristen waar bijvoorbeeld de schrijvers van het genoemde boek toe behoren. En anderzijds de bestuursjuristen, zoals bijvoorbeeld belichaamd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Voor de eerste groep was het al vanaf 2013 duidelijk dat er in de bestrijding van de toeslagenfraude door de Belastingdienst en de Raad van State met zeer grof geschut geschoten werd. Grondrechten werden geschonden, klonk het vanuit die hoek al lang. Bij de tweede groep, die van de bestuursjuristen, duurde het jaren om het eigen falen in de Toeslagenaffaire te erkennen. De ontkenningsfase duurde tot 2019.

De kloof tussen bestuurs- en mensenrechtenjuristen opent zich opnieuw wagenwijd

Voor wat betreft de toeslagen begonnen vanaf die tijd gelukkig de beide werelden elkaar langzaam aan te naderen. Maar op andere terreinen, en zeker dat van het vreemdelingenrecht, is dat beslist niet het geval. Daar blijven bestuursjuristen bijvoorbeeld vasthouden aan de Koppelingswet die voorschrijft dat toegang tot sociale voorzieningen gebonden is aan rechtmatig verblijf in Nederland. Dat kan leiden tot ongekend onrecht aan afgewezen asielzoekers. Bestuursjuristen accepteren dat onrecht terwijl dat voor mensenrechtenjuristen onaanvaardbaar is. Hier opent zich de kloof tussen bestuurs- en mensenrechtenjuristen dus opnieuw wagenwijd.

Dat die twee werelden naast elkaar bestaan is al ingewikkeld genoeg, maar wat het nog ingewikkelder maakt is dat in de publieke discussie de illusie wordt hoog gehouden van een absolute en universele menselijke waardigheid als de grondslag voor onze rechtssystemen.

Die gelijkwaardigheid is er, ook filosofisch gezien, misschien wel, maar in de juridische praktijk dus niet. Wanneer bestuursjuristen het verlies van de menselijke maat benoemen als schending van het sociaal contract gaat de bekommernis in beslissende mate uit naar de staatsburgers van het land, en niet naar anderen.

Op het vlak van vreemdelingenzaken is niet zo gauw opnieuw een wending te verwachten

Dat heeft natuurlijk alles te maken met waar de uitdrukking ‘sociaal contract’ voor staat. Dat is de, al dan niet expliciete, afspraak tussen burgers en hun regering waarbij de burgers de overheid vertrouwen schenken en omgekeerd de overheid zo goed mogelijk de belangen van de burgers zal behartigen. Per definitie beperkt zo’n afspraak zich tot de burgers van het land en hun regering. Op het vlak van vreemdelingenzaken is van de kant van bestuursjuristen dus niet zo gauw opnieuw een wending te verwachten. Vanuit bestuursrechtelijk oogpunt is dat niet meer dan logisch.

Wat nog belangrijker is: ook van de kant van de politiek is actie niet te verwachten. Want politici bewegen zich in principe ook binnen de ruimte van het sociaal contract. Ook daar is niks raars aan, volksvertegenwoordigers zijn primair verantwoording schuldig aan hun kiezers. Maar het betekent wel dat hun motivatie een andere kan zijn dan motivatie door universele mensenrechten.

Om die reden geloof ik niet dat de (ook mijn) verontwaardiging over de bejegening van vreemdelingen tot een affaire kan worden, zoals bij de toeslagen het geval was.

*Het uitgebreide artikel is te vinden op www.naudvanderven.nl of via deze link: https://naudvanderven.blogspot.com/2021/04/ongekend-en-ongehoord-onrecht-twee.html

Deel dit bericht:

cross