DE PEN VAN RABBIJN KATZ
Vorige week sprak ik een Jood die uit Oekraïne hiernaartoe is gevlucht. Hij heet Yan Sirokin en vertelde hoe hij aan het begin van de oorlog met anderen een konvooi had samengesteld om 400 mensen te evacueren. Dat konvooi, bestaand uit vier grote en een aantal minibussen, vertrok onder politiebegeleiding in de richting van de grens met Moldavië; onder normale omstandigheden een reis van vijf uur. Rechts en links van het konvooi waren er ontploffingen. Toen ze in de verte Russische tanks zagen, besloten ze een andere route te nemen. Er werd alleen gestopt om te tanken en voor een korte sanitaire stop. De vluchtelingen aten wat ze van huis hadden meegenomen. De tocht duurde 14 uur. Nadat ze via Moldavië in Roemenië waren aangekomen, wachtte deze groep vluchtelingen nog een treinreis van 2200 kilometer dwars door Europa. Zonder geld of pinpasje. Gelukkig mogen Oekraïense vluchtelingen in de EU gratis met de trein reizen. Van de 400 mensen die samen vertrokken, zijn er vijf naar Amsterdam gekomen, waar ze op dezelfde locatie verblijven. Meneer Sirokin is dus een van hen.
We reflecteerden op de actie die Yan Sirokin had ondernomen. Ik zei hem: “Een maand geleden had je waarschijnlijk niet gedacht dat jij in staat zou zijn om de verantwoordelijkheid te dragen voor 400 mensen en hen naar de vrijheid te brengen. Maar toen het moment daar was, heb je de moed en het doorzettingsvermogen getoond om dit te volbrengen. Dat vind ik geweldig. Het laat ook zien dat we als het nodig is tot veel meer in staat zijn dan we vooraf denken.” Ik stelde hem ook een vraag: “Je hebt een lange bange tocht gemaakt. Voelde je dat de Eeuwige met je was?” Hij antwoordde: “Ja, dat heb ik de hele reis gevoeld. Het bewijs is voor mij dat al die mensen heelhuids de grens zijn overgekomen. Niemand is onderweg ziek geworden en we hoefden niemand achter te laten.” Het deed me denken aan wat koning David schrijft in Psalm 91:11: “Want Hij zal Zijn engelen bevelen om over u te waken op al uw wegen”. Ik denk dat die engelen de hele route met die 400 mensen zijn meegereisd.
Tot slot nodigde ik Yan Sirokin uit om de aanstaande sjabbat aanwezig te zijn in de sjoel waar mijn zoon wordt opgeroepen omdat hij binnenkort gaat trouwen. Een verlegen glimlach verscheen op zijn gezicht. “Rabbi”, zei hij, “ik heb toch geen passende kleren hier.” Waarop mijn reactie was: “Daar gaat het toch niet om? Het gaat om je hart. Jij draagt in je hart al die 400 mensen met je mee die je hebt geholpen op weg naar de vrijheid. Er is daar aanstaande sjabbat in sjoel niemand anders die dat heeft gepresteerd.” Tot slot vertelde ik hem dat onze geleerden zeggen dat iemand die een mens redt, is alsof hij de hele wereld redt (Talmoed Sanhedrin 37a). Yan Sirokin heeft dus 400 werelden gered. Wij leven hier in een land zonder oorlog. Wij hoeven niet zo heldhaftig te zijn als deze man uit Oekraïne. Maar ieder kan op zijn of haar manier iets doen voor de vluchtelingen die hier zijn of voor de mensen die nog in oorlogsgebied zijn. Ook daarmee kun je ‘een wereld van verschil’ maken.
rabbijn Shmuel Katz | hoofdredacteur